‘Het doel van inkuilen is over het algemeen het aanleggen van een voedzame wintervoorraad. Tot ver in de twintigste eeuw bestond de wintervoorraad vooral uit hooi (gedroogd gras). Het drogen van het gras op het land (ca. 5 – 7 dagen) veroorzaakt echter een groot verlies aan voedingsstoffen. Bij het inkuilen wordt het gras minder lang op het land gedroogd (1 – 2 dagen) waardoor het meer voedingsstoffen behoudt. Bovendien is bij inkuilen de kans op mislukking door regen minder groot door de kortere droogtijd.’ (Wikipedia)

Alles draait om het behouden van zoveel mogelijk voederwaarde, welke aanwezig is in het gewas na een vruchtbare groeiperiode.

Twee belangrijke bacteriesoorten staan in deze strijd tegenover elkaar, melkzuurbacteriën (de good guys) en boterzuurbacteriën (de bad guys). De melkzuurbacteriën moeten de overhand krijgen om de kuil te laten slagen. Dit kan geholpen worden door een optimaal maaimoment, veldperiode en inkuilregime. Het toepassen van een inkuilmiddel met goede en nuttige bacteriën kan daarna bijdragen aan een stevig overwicht voor de melkzuurbacteriën.

De Good Guys
Melkzuurbacteriën gebruiken suikers als voedsel en zetten deze om in melkzuur. Dit doen ze het best in een droge en zuurstofvrije omgeving. Door gras voor te drogen, stevig aan te rijden en luchtdicht af te sluiten zijn de groeiomstandigheden ideaal voor melkzuurbacteriën. In deze omstandigheden kunnen ze de overhand krijgen op de boterzuurbacteriën en door het geproduceerde melkzuur stijgt de zuurgraad sterk (pH daalt). De pH stabiliseert ergens tussen de 4 en 5,5 afhankelijk van het drogestof% van het gewas. De pH daalt dan niet verder meer omdat de melkzuurbacteriën dan zelf niet meer goed kunnen functioneren. Als de pH stabiel is en lucht niet meer bij het gewas kan komen dan stoppen de bacteriën met hun activiteit, het gras is geconserveerd. (denk bij dit verhaal ook eens aan zuurkool..)

Maaitijdstip
Voor de groei van melkzuurbacteriën is suiker nodig. Deze suiker zit in het gras. Suikerrijk gras conserveert dus gemakkelijk. Veehouders kunnen het suikergehalte in het kuilgras beïnvloeden via het maaimoment. Het is de kunst om zoveel mogelijk suiker in het gras te krijgen. Dit moment ligt veelal vlak voor het schieten van de aar. Hierdoor is het gras nog goed verteerbaar door de koe en zit er veel suiker en eiwit in de grasplant. Een inkuilmiddel met fructan-cracker zorgt ervoor dat lange suikers in korte stukken worden ‘geknipt’, zodat alle suikers in het gewas te benutten zijn, óók als er niet veel zon is.

Er zijn dan dus áltijd voldoende suikers beschikbaar voor fermentatie, weer of geen weer!!

Veldperiode
Na het maaien van het gras begint het verlies van voederwaarde in het gras. Het daarom aan te raden om de veldperiode niet te lang te houden voor het inkuilen. Naarmate het gras droger wordt, verloopt ook de vertering van de celwanden moeilijker. Hierdoor kan de koe er uiteindelijk minder voederwaarde uithalen. De pensbacteriën zijn dan te lang bezig met de afbraak van deze celwanden. Bij een korte veldperiode blijft ook het suikeraandeel hoger in het gras. Dit komt ten gunste van het conserveringsproces.

Aanrijden
Inkuilen is een methode om het gemaaide gras ‘vacuüm’ te bewaren. Door de kuil stevig aan te rijden wordt de zuurstof tussen het gras weggedrukt. Een plastic zorgt daarna voor de zuurstofdichte afdekking.

Droge kuilen (meer dan 45% drogestof) laten zich slecht aanrijden. Het gras is te veerkrachtig, waardoor er steeds zuurstof tussen kan komen. Dit geeft eerder schimmelvorming en broei. Het kuilgras krijgt een vieze smaak en de koe vreet dit dan slecht. Door een inkuilmiddel toe te voegen met daarin azijnzuurvormende bacteriën wordt dit proces voorkomen zodat de kuil een goede smaak en voederwaarde behoudt en niet gaat broeien.

Door een kuil met een drogestofpercentage tussen de 30-35 procent, zal het aanrijden strakker uitgevoerd kunnen worden. Indien het mogelijk is, kan een tweede trekker op de kuil bijdragen om het gras vast aan te rijden. Zeker wanneer er een hoge aanvoersnelheid is zal dit een positief effect hebben op de conservering.

Afdekken
Wanneer het aanrijden klaar is kan de graskuil worden afgedekt. Het is  van belang om dit te doen met een zuurstofdichte onderfolie. Deze zal zich snel aan de kuil vastzuigen om geen zuurstofruimte tussen de folie en het gras te krijgen. Belangrijker nog is dat de onderfolie geen zuurstof meer doorlaat. Het is raadzaam om een onderfolie te kiezen met de hoogste zuurstofdichtheid.

Na de onderfolie kan het landbouwplastic op de kuil worden gelegd. Landbouwfolie beschermt de onderfolie tegen Uv-straling. Landbouwplastic met een witte zijde houdt meer warmte tegen dan zwarte landbouwplastic. Op kuilen waar direct zand op het landbouwplastic wordt gelegd is de scheurweerstand van landbouwplastic belangrijk. Er komt veel kracht op het landbouwplastic. Indien er geen zand op de kuil komt volstaat een standaard landbouwplastic met daarop beschermkleden. Deze kleden beschermen de kuil tegen weersinvloeden en ongedierte.

Conservering van de kuil
Als de graskuil eenmaal zuurstofdicht is afgesloten start het conserveringsproces. De kuil moet stabiel worden. Dit gebeurt door pH-daling. Hoe minder zuurstof er in de kuil zit, hoe eerder het gewenste pH wordt bereikt waarop melkzuurbacteriën aan de slag kunnen. Zij zullen de pH-daling voortzetten. Met veel melkzuurbacteriën zal dit proces snel verlopen en krijgen ongewenste bacteriën (zoals boterzuurbacteriën) geen kans. Wanneer de gewenste pH-waarde is bereikt zal de graskuil in een soort coma raken waardoor het goed kan conserveren. Het gras kan goed worden bewaard.

Uitkuilen
Na enkele maanden zal de graskuil worden geopend om de dieren ermee te voeren. Ook deze opening biedt een mogelijkheid voor zuurstof om in de kuil te dringen. Hoe vaster hier de kuil is aangereden, hoe minder kans zuurstof heeft. Echter, is dit natuurlijk een theoretische opmerking en zal er altijd een ‘zwakke’ plek zijn. Door ervoor te zorgen dat deze zwakke plekken zo min mogelijk invloed kunnen hebben op de kuilkwaliteit, zal de voersnelheid gelijk op moeten gaan met verwijderen van het landbouwplastic. Trek daarom nooit de kuil te ver open.

Ziet de kuil er niet goed uit en ligt broei op de loer in het snijvlak, dan kan het toedienen van zuren een oplossing zijn. Zeker met warme dagen zal het ruwvoer snel opwarmen. De pH zal stijgen en krijgen de slechte bacteriën de overhand. Door zuren te ‘sprayen’ tegen het snijvlak wordt de vorming van schimmels en gisten vertraagd en zal de gewenste pH-waarde worden behouden.

keyboard_arrow_up